Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet financiering sociale verzekeringen

 

Artikel 28 Premiepercentage wachtgeldfonds
1
Het deel van de premie dat ten gunste komt van een sectorfonds wordt door het UWV vastgesteld op een percentage van het loon dat voor categorieën van werkgevers en werknemers die behoren tot verschillende sectoren en sectoronderdelen als bedoeld in artikel 95 kan verschillen. Bij de vaststelling van het percentage blijven ten aanzien van eigenrisicodragers als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel a, uitkeringen op grond van artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van de Ziektewet, vermeerderd met een door het UWV vast te stellen opslag in verband met kosten ter zake van de betaling van die uitkeringen en van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 63a, eerste lid, van die wet, alsmede de op grond van enige wet over die uitkeringen verschuldigde premies die niet op die uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht, buiten beschouwing. Bij de vaststelling van het percentage blijven ten aanzien van Onze Minister van Defensie en Onze Minister, voorzover zij werkgever zijn van personen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen i en j, van de Ziektewet, de uitkeringen bedoeld in artikel 104, eerste lid, onderdelen c en d, alsmede de daaraan gerelateerde overige uitgaven uit het sectorfonds buiten beschouwing. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen hieromtrent nadere regels worden gesteld.
2
In afwijking van het eerste lid wordt met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels bij ministeriële regeling over een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, eerste lid, van die wet, over een toeslag op grond van de Toeslagenwet en over loon op grond van een arbeidsovereenkomst als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wet sociale werkvoorziening voor het deel van de premie dat ten gunste komt van een sectorfonds een gemiddeld premiepercentage vastgesteld. Dit wordt bepaald op een gemiddelde van de percentages die zijn vastgesteld op grond van het eerste lid.
3
Het deel van de premie dat met toepassing van het tweede lid ten gunste komt van het wachtgeldfonds, bedraagt ten hoogste de premie die op grond van het eerste lid is vastgesteld. Het resterende deel van deze premie komt ten gunste van het Algemeen Werkloosheidsfonds.
4
Het tweede lid wordt niet toegepast ingeval het UWV de uitkering, vermeerderd met de daarover door de werkgever verschuldigde premies en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, betaalt aan de werkgever, bedoeld in artikel 9, 10 of 12 van de Werkloosheidswet en de Ziektewet en in artikel 8, 9 of 11 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, onafhankelijk van het voortbestaan van de dienstbetrekking met die werkgever, tenzij die werkgever een werkgever is van degene die loon ontvangt uit een arbeidsovereenkomst als bedoeld in hoofdstuk 2 van de Wet sociale werkvoorziening.
5
Een door het UWV bepaald percentage als bedoeld in het eerste lid behoeft de goedkeuring van Onze Minister. Indien Onze Minister zijn goedkeuring onthoudt stelt hij het percentage zelf vast.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •